Wat waren ze nog jong: Robert de Niro, Harvey Keitel en natuurlijk Jodie Foster, die in 1976 nog maar 14 was. Scorsese heeft alle moeite gedaan om de onderkant van een grote stad zo realistisch mogelijk in beeld te brengen; er werd in een rijdende taxi gefilmd, terwijl Scorsese op de grond achter de voorbank lag en de geluidsman in de kofferbak.
Robert de Niro is van het method-acteren, dus een maand lang was hij taxichauffeur in New York om zich voor te bereiden. Ik vraag me af of hij ook zijn slaapgewoontes heeft aangepast, want zijn bleke slapeloze gezicht met roodomrande ogen ziet er bedrieglijk echt uit. Het gebrek aan slaap leidt tot vreemde hersenspinsels, voor een buitenstaander onbegrijpelijk, maar voor iemand die niet kan slapen herkenbaar.
Zijn eenmansactie tegen alles wat verdorven en slecht in de stad is, doet sterk denken aan het fanatisme van Anders Breivik. Typisch is natuurlijk dat zijn oorspronkelijke plan om de presidentskandidaat Palantine dood te schieten mislukt. Nadat hij vier criminele krabbelaars doodt, komt hij als held in de krant.
Peter Boyle speelt een fijne rol als collega-taxichauffeur. In een goedbedoelde, maar knullige monoloog probeert hij Travis (De Niro) ervan te overtuigen dat je als taxichauffeur maar gewoon een taxichauffeur bent. De Niro zwijgt, maar probeert vooral zijn lachen in te houden. Lichtpuntje in een duistere film.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten