In veel Coenfilms wil iemand iets bereiken en doet vervolgens iets waardoor zijn situatie erger wordt. Dat is geen vrolijke boodschap: leg je neer bij je lot. In 'O Brother,...' breken de drie mannen niet alleen uit de gevangenis, maar ontsnappen zelfs meerdere malen aan het noodlot.
Ze zien er niet al te snugger uit; hebben veel filmsterren er nogal eens last van er onder alle omstandigheden goed uit te willen zien, Tim Blake Nelson, John Turturro en zelfs George Clooney zijn een soort rariteitenkabinet. Zwaar aangezet spel, waar het plezier vanaf spat. Komische teksten, met voortdurend Franse en Latijnse termen, een cast om van te dromen en alles prachtig in beeld gebracht.
Maar vooral lijkt de film een vehikel om een lading liedjes over ons uit te kieperen. Folk, bluegrass en hoe die Amerikaanse folklore ook maar mag heten, het houdt niet op. Bij Hitchcock moet muziek niet herkenbaar zijn, en is alleen bedoeld om het verhaal te ondersteunen. Hier is het andersom: de film staat in dienst van de muziek. Grammy!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten